Nieuwsbrief NR 7/ 3 maart 2020
Belangrijke data
11 maart landelijke Montessoridag, lesjesochtend tot 9.30 uur
11 maart schaatsen groepen 3-4
18 maart lesjesochtend voor de groepen 3-4 (tot 9.30 uur)
19 maart ouderavond transitie 19-20 uur hal Hs
24 maart ouderavond transitie 19-20 uur hal Hs
10 april Goede vrijdag, alle leerlingen vrij
13 april 2e paasdag, alle leerlingen vrij
14 en 15 april studiedagen, alle leerlingen vrij
24 april schoolreis 1-2 (let op, datum is veranderd)
25 april-10 mei meivakantie
10 juni 1-2 naar Artis (let op, datum is veranderd)
Montessori-visie
In de nieuwsbrieven van dit schooljaar besteden we geregeld aandacht aan aspecten van de Montessori-visie zoals groepssamenstelling, kenmerken van montessori-onderwijsgevenden op een Montessorischool, vrije werkkeuze, zorg voor de omgeving, observatie en registratie, straf en beloning, dagindeling en Montessoriaans ontwikkelingsmateriaal. Dit keer staan vrijheid & zelfstandigheid, afspraken & regels centraal.
Afspraken en regels
Inmiddels vraagt u zich misschien af hoe de gang van zaken in een groep is geregeld. Kinderen van verschillend ontwikkelingsniveau bij elkaar die elk iets anders doen, een leerkracht die kinderen niets oplegt….. Het is toch wel een ongebruikelijke situatie. Wellicht vraagt u zich af of dit niet leidt tot chaos of dat er allerhande regels zijn waaraan kinderen zich dienen te houden. Geen van beide blijkt het geval. Toch stelt Montessori: Geen sociale organisatievorm zonder de daarbij behorende orde en discipline.
Hieruit valt te concluderen dat Montessori orde en discipline op school belangrijk vindt. De school is immers een voorbeeld van een sociale organisatievorm. Wederom lijken we te stuiten op een tegenstrijdigheid. Enerzijds is het initiatief aan het kind, anderzijds heerst er discipline. Montessori verschaft uitsluitsel. In principe krijgt het kind volgens haar idee zoveel mogelijk vrijheid om zich spontaan te uiten en naar eigen voorkeur bezig te zijn. Dit wil echter niet zeggen dat kinderen ‘alles maar mogen doen wat zij willen’. De vrijheid die kinderen kan worden toegestaan, moet volgens Montessori beantwoorden aan de mogelijkheden van het kind en is dus afhankelijk van het bereikte ontwikkelingsniveau. Volgens haar gaan vrijheid en zelfdiscipline hand in hand.
De verworven vrijheid en discipline kunnen als maatstaf dienen voor het peil, dat de innerlijke ontwikkeling bereikt heeft. Steeds dieper beseften wij, dat zij twee kanten van eenzelfde verschijnsel tonen. Wij hebben deze uitingen werkelijk als gids kunnen nemen bij de voortzetting van onze arbeid. Wanneer discipline in een klas ontbreekt, moet er een fout schuilen in de vorm van vrijheid die gegeven wordt. Dan moeten de middelen dus gezocht worden, die ons in staat stellen een juistere vorm van vrijheid te geven. Indien wij hierin slagen, zal ook de discipline een grote volkomenheid bereiken.
Toch roept dit citaat meer vragen op dan het beantwoordt. Als immers in een klas de discipline ontbreekt, moet er een andere vorm van vrijheid worden gegeven. Afgezien van het feit dat er kennelijk meer vormen van vrijheid bestaan, blijft de vraag voor leerkrachten hoe zij kinderen ‘een juiste vorm van vrijheid’ kunnen bieden. Hiertoe moet er eerst duidelijkheid bestaan omtrent de term ‘discipline’. Montessori zegt: De discipline die men gewoonlijk bedoelt, is slechts een uiterlijk verschijnsel. Men moet zich inspannen de behoeften van het kind te leren kennen, zonder zich hierbij door vooropgezette meningen te laten beïnvloeden.
Montessori spreekt van een gedisciplineerd persoon:wanneer hij meester is over zichzelf, die in staat is zich te beheersen wanneer de eisen van het leven dit nodig maken, en daar waar nodig is een levensregel kan volgen.
In de opvoeding die Montessori voorstaat is het verwerven van zelfdiscipline een belangrijke doelstelling. Van jongs af worden kinderen in de gelegenheid gesteld hun zelfdiscipline te ontwikkelen.
Een dergelijke discipline zou nooit te verkrijgen zijn op bevel, noch door te preken, of door een van de andere bekende middelen. Met andere woorden: door dwang van buitenaf ontwikkelen kinderen geen zelfdiscipline. Hoe het volgens Montessori wel kan: Het gewone bevel: ‘Sta stil, wees rustig’, moet worden vervangen door het opvoeden tot beheerste bewegingen en tot volkomen onbeweeglijkheid.
Het alternatief dat Montessori biedt, ligt in het voordoen van bepaalde handelingen in plaats van het kind te verwijten dat het zo onhandig is of dat het iets ‘beter’ moet doen. In het montessori-onderwijs wordt deze wijze van aanbieden systematisch vorm gegeven door met name de zogenaamde wellevendheid lessen en technische lessen.
Een ander aspect dat Montessori in dit verband aanroert is de kwestie van ‘gehoorzaamheid’. Dikwijls geloven wij (nog een oud vooroordeel) dat we om het kind een of andere handeling te laten verrichten, hem eenvoudigweg hebben te bevelen. Montessori is van mening dat gehoorzaamheid voor jonge kinderen vaak een onredelijke en onmogelijke eis is. Het kunnen gehoorzamen stelt namelijk hoge eisen aan kinderen. Montessori: Om te gehoorzamen is het niet alleen nodig te willen gehoorzamen, maar het ook te kunnen…. En door deze ontwikkeling in zijn onderdelen te oefenen brengt men het kind – zij het langs indirecte weg – tot gehoorzaamheid.
In de ontwikkeling tot gehoorzaamheid onderscheidt Montessori drie perioden.
De 1e periode is een periode van onbewustheid, waarin het kind soms bij toeval gehoorzaamt, maar niet in staat is de handeling te herhalen. Het kind is als ware psychisch doof.
De 2e periode wordt gekenmerkt door bewuste handelingen van het kind wanneer het dat wenst. Zijn ontwikkeling staat het niet in de weg. Het kan doen wat een ander vraagt.
In de 3e periode voert het kind het bevel onmiddellijk en met vreugde uit om te kunnen gehoorzamen.
Gehoorzaamheid zoals Montessori dit verstaat, wijkt af van wat er meestal onder wordt verstaan, in die zin dat zij gehoorzaamheid ziet als een activiteit die uit het kind zelf voortkomt. Vaak wordt echter gehoorzaamheid geassocieerd met een slaafse houding. Ondanks het feit dat vaak het verschil tussen beide opvattingen van gehoorzaamheid door een buitenstaander niet is te zien, is de betekenis ervan voor de ontwikkeling van kinderen essentieel. Het heeft immers te maken met hun eigen onafhankelijkheidsgevoel en hun gevoel voor eigenwaarde.
Gezien dit verschijnsel van de gehoorzaamheid acht Montessori de verantwoordelijkheid van opvoeders bijzonder groot. Zij dienen voorzichtig te zijn met opdrachten om geen misbruik te maken van de welwillendheid van de kinderen. Zij zegt: Een leider moet een grote verantwoordelijkheid voelen voor de bevelen die hij uitgeeft. Een leider dus, is niet iemand met een grote zin voor autoriteit, maar met een sterke zin voor verantwoordelijkheid.
Een en ander betekent voor leerkrachten dat zij de behoeften van kinderen met (nog) onvoldoende zelfdiscipline kunnen onderkennen en aansluitend activiteiten bieden die hen interesseren en waarvoor zij zelf verantwoordelijk zijn. Zo is ook de omgeving die leerkrachten kinderen bieden een plaats waar kinderen de kans krijgen hun zelfdiscipline te ontwikkelen. In het montessori-onderwijs zijn er talloze activiteiten waarvoor zelfdiscipline van het kind wordt vereist. Beeldend is het volgende voorbeeld waar een kleuter grote zelfdiscipline moet opbrengen teneinde een kom warme soep zonder ongelukken op tafel te zetten: Het kind dat de grote terrine met warme soep draagt, moet zich onttrekken aan elke prikkel uit de omgeving die hem zou kunnen afleiden; [het] moet de verleiding weerstaan – het gekriebel verdragen van een vlieg op zijn gezicht, en alleen vervuld zijn van zijn grote verantwoordelijkheid om de terrine niet scheef te houden of te laten vallen.
Door dergelijke oefeningen ontwikkelen kinderen hun aanpassing aan de omgeving en bereiden zich voor op aanpassing in de maatschappij. Een eis is wel dat de omgeving is afgestemd op kinderen. Montessori acht het onmogelijk dat kinderen zelfdiscipline ontwikkelen als geëist wordt zich aan te passen aan een omgeving waar volwassenen de dienst uitmaken. Als kinderen kunnen opgroeien in een aan hen aangepaste omgeving, dan leren zij zich bewegen in deze omgeving. Jonge kinderen leren bijvoorbeeld schenken zonder te morsen, lopen zonder iets om te gooien.
De orde in de omgeving stelt zijn regels: een stoel die is omgevallen, wordt rechtgezet, materiaal dat gebruikt is, wordt opgeruimd. Kinderen gaan volgens Montessori letten op hun handelingen, die ze steeds beter (gedisciplineerder) gaan uitvoeren. De omgeving waarin het kind opgroeit, moet het kind de gelegenheid bieden de benodigde zelfdiscipline te ontwikkelen. Daartoe is een ordelijk lokaal voorwaarde, hetgeen aansluit bij het natuurlijke gevoel van orde dat het jonge kind volgens Montessori heeft. Wanneer kinderen zich deze orde hebben eigen gemaakt en haar begrijpen, zijn zij in staat tot opstaan, praten, enz. omdat zij dat willen.
Het samengaan van vrijheid en discipline is hiermee inmiddels wat verhelderd. Zowel de vrijheid als de discipline moeten voornamelijk bezien worden vanuit het kind, al speelt de omgeving daarin wel een belangrijke rol.
De realisatie van het principe van de vrije keuze krijgt nu meer betekenis. Toch wekt het volgende citaat enige verbazing door de stringente regels waaraan het kind zich blijkbaar heeft te houden. Ieder voorwerp moet namelijk een vaste plaats hebben, waar het wordt opgeborgen en waar het te vinden is, wanneer het niet wordt gebruikt. Het kind mag een leermiddel alleen van die plaats halen, waar het is neergelegd ter vrije keuze, en – wanneer hij ophoudt het te gebruiken, moet hij het weer op diezelfde plaats terugbrengen in dezelfde toestand, waarin hij het heeft aangetroffen.
Dat komt dus hierop neer, dat een kind zijn oefening nooit als geëindigd kan beschouwen, wanneer hij zijn eigen impuls heeft bevredigd, doch dat hij het werk moet voortzetten tot het einde toe, en vrijwillig de orde van de omgeving in acht moet nemen met de regels die de orde verzekeren. Nooit mag een kind materiaal waarmede hij werkt, overdoen aan een kameraadje, noch minder het van hem afnemen. Op deze wijze wordt van de aanvang af elke wedijver uitgeschakeld.
In dit citaat komen een aantal dingen duidelijk naar voren. Dat elk voorwerp een vaste plaats heeft waar het kind na gebruik weer opbergt, is een voor de hand liggende maatregel, die zowel voor leerkracht als leerlingen het overzicht op het materiaal bevordert.
De conclusie die Montessori trekt dat kinderen niet mogen ophouden met het werk wanneer zij hun impulsen hebben bevredigd, plaatst ons voor een aantal problemen. Immers, hoe valt deze opvatting te rijmen met het beginsel van de ‘vrije keuze’? Blijkbaar zijn er andere elementen in het spel die prevaleren boven de vrije keuze. Montessori noemt hier de ‘orde van de omgeving’ en de ‘regels die de orde verzekeren’. Dit laatste houdt in dat kinderen het materiaal niet aan medeleerlingen mogen doorgeven. Een ordelijk verloop in de groep staat dus voorop. Dit komt u wellicht vreemd voor omdat Montessori toch steeds het kind op de eerste plaats stelt?
Bij nader inzien zijn de twee beginselen, namelijk die van de ‘vrije keuze’ en de ‘regels van de omgeving’ evenwel niet strijdig. Een kind maakt immers deel uit van een groep, en het is zaak dat de mogelijkheid tot vrije keuze voor elk groepslid wordt gewaarborgd. Als kind A het materiaal waarmee het gewerkt heeft niet op zijn plaats zou terugleggen, wordt daarmee de mogelijkheid tot vrije keuze van diens medeleerlingen onmogelijk gemaakt of op zijn minst geweld aangedaan. Eigenlijk niets bijzonders. Iedereen weet toch dat ‘absolute vrijheid’ voor meer mensen tegelijk, logisch onmogelijk is. Men zou al spoedig andermans vrijheid aantasten. Juist daarom is de ‘regel van de omgeving’ niet strijdig met, maar een noodzakelijke voorwaarde voor ‘vrije keuze’.
Montessori stelt dat kinderen zich door hun aanpassing aan de omgeving graag onderwerpen aan verschillende regels die nodig zijn voor een zelfstandig leven. Oudere kinderen hebben er behoefte aan hun sociale gezichtskring te verruimen. Om er op uit te gaan is het onder meer nodig bepaalde regels te leren.
De aanpassing aan de omgeving zet zich voort. Montessori zegt dat het leven van de kinderen gecompliceerder wordt, naarmate zij ouder worden. In die gecompliceerde omgeving moeten zij zich zelfstandig leren bewegen. Daartoe acht Montessori het noodzakelijk dat volwassenen een omgeving voorbereiden waar steeds ‘wijdere sociale ervaringen’ worden opgedaan. Hieruit moet niet geconcludeerd worden dat pubers geen regels en grenzen nodig hebben. De jonge mens moet een juiste mate van vrijheid genieten voor de verwezenlijking van zijn initiatief. Toch moet dit initiatief binnen zekere perken gehouden worden en aan zekere regels voldoen, om ook een nuttige uitwerking te hebben. Deze grenzen en regels richten zich niet rechtstreeks tot de enkeling, alsof hij niet de verantwoordelijkheid en vermogen bezat om bewust aan een noodzakelijke orde te voldoen; zij gelden voor de gehele instelling.
Tenslotte:
Uit al deze elementen zal niet alleen een discipline voortkomen die het geheel omvat, maar weer het bewijs, dat discipline hand in hand met individuele vrijheid de voornaamste factor vormt van sociale vooruitgang.
Maatregelen Corona-virus
Afgelopen zondag 1 maart berichtten we ouders over de maatregelen die de GGD voorstaat voor basisscholen rond het tegengaan van verdere verspreiding van het Corona-virus. Belangrijk is vooral dat men de gebruikelijke hygiënemaatregelen toepast die gelden voor alle (andere) virussen die griep en verkoudheid kunnen geven: regelmatig handen wassen, hoesten en niezen in de binnenkant van je elleboog en gebruik zoveel mogelijk papieren handdoekjes en zakdoekjes.
Inmiddels hebben wij op grote schaal papieren handdoekjes en keukenrollen ingeslagen en over de groepen verdeeld.
Voor vragen verwijzen wij door naar de website van het RIVM en GGD.
Montessoridag/lesjesochtend 11 maart
Op woensdag 11 maart is het Montessoridag. Die ochtend is ook onze lesjesochtend. Ouders zijn die ochtend tot 9.30 uur welkom in de klas van hun kind(eren). Daar krijgen zij een lesje van hun kind en kunnen zij zien hoe Montessori-onderwijs er in de praktijk aan toe gaat op 5mw.
NB De groepen 3-4 schaatsen die dag. Daarom is er speciaal voor die ouders een lesjesochtend de week erop, op woensdag 18 maart.
Ouderavonden transitie 19 en 24 maart
Zoals beloofd organiseren we deze maand weer twee avonden om u ‘bij te praten’ over de ontwikkelingen rond de transitie. Inmiddels is de globale indeling van de groepen over de locaties en gangen bekend. Deze maand beginnen we met het indelen van de leerlingen. We vertellen u over de randvoorwaarden voor lokaal- en leerlingindeling. Ons team zal in ruime mate vertegenwoordigd zijn op beide avonden, net als de vorige keren.
Een muzikale voorstelling op de Copernicusstraat
Op vrijdag 28 februari mochten drie groepen 3-4 onverwacht een try out bijwonen van Capella Amsterdam kids koor. Enkele reacties uit de groepen… Nora (4C): ‘Wij waren vrijdag naar een voorstelling en ze zongen er heel mooi. Alleen met stemmen en ze hadden een soort ketting om en daarmee hoorden ze hun eigen toon.’
Efia (4C): ‘De voorstelling was heel leuk. We mochten opeens, want de WSV had een studieweek. Het was heel mooi. Ik vond het echt heel grappig.’
School is geen parkeerplaats
Onlangs hadden we een BHV-training (bedrijfshulpverlening) Het is ons eerlijk gezegd al veel langer een doorn in het oog qua esthetiek, maar OOK uit veiligheidsoverwegingen verzoeken we iedereen om geen voertuigen (stepjes, een-, twee-, driewielers, wave- en skateboards en dergelijke) in de gangen van school te parkeren. Het is domweg gevaarlijk, vluchtwegen moeten we altijd vrij houden. U kunt deze vervoersmiddelen mee naar huis nemen nadat u uw kind heeft afgeleverd of ze buiten vastmaken.
TSO
De dagelijkse leiding van de TSO (in handen van KCWA) op school ligt bij coördinatoren Renz Koning (06 15 16 56 90) en Sara Hefni (06 39 08 78 92 ). Sara gaat eind maart met zwangerschapsverlof. Sara’s taken (en telefoonnummer) worden dan overgenomen door Aicha Ait Sidi El Ghazi. Aicha loopt in deze periode al mee om ingewerkt te worden.
Renz en Sara/Aicha zijn aanspreekpunt voor vragen rond de tussenschoolse opvang. In ieder geval een van hen is dagelijks zijn vanaf circa 11.15 tot 13.15 uur op school te bereiken.
Open uitnodiging
Ouders zijn van harte uitgenodigd om eens in de bakken met gevonden voorwerpen op Hs en Cs te duiken om de gymschoenen, gymkleding, beker, broodtrommel, sjaal of winterjas (!) van hun lieveling weer mee naar huis te nemen. Wat zullen ze blij zijn als ze dat fijne vestje of die langverloren sjaal weer terugkrijgen!
Goede-doelenacties binnen 5mw
Regelmatig krijgen we verzoeken van ouders én leerlingen om een goede-doelenactie te organiseren met de school. Hoewel we de inzet en bekommernis van deze ouders en leerlingen voor de wereld om ons heen en dan met name de minder bedeelden waarderen (en ook niet willen ontmoedigen) besluiten wij zelf als school voor welke actie we ons schoolbreed inzetten. Wel wijzen we zulke aanvragers op de mogelijkheid er in hun eigen klas aandacht aan te geven in nauw overleg met de eigen leerkracht. Onderstaande oproep was er een beetje ‘tussendoor geglipt’ door de bevlogen vasthoudendheid van de beide organisatoren… het betreft hier dus geen schoolbrede actie, maar een persoonlijk initiatief.
Actie Dierenlot
Beste ouders, Wij hebben een actie voor stichting Dierenlot. Dat is een stichting die zich inzet voor dieren die het niet goed hebben, zoals een ooievaar die uit het nest is gevallen.
Wij vinden dat wat zij doen belangrijk werk is. Daarom willen wij ze steunen en vragen of u wilt helpen hierbij. We hebben door de hele school posters opgehangen voor meer informatie.
Groetjes Meija en Tess uit 5-6F
Conferentie Reeks ‘Samen opvoeden’ (De toekomst van Oost)
Al een aantal jaren organiseren we diverse conferenties rondom het thema 'Samen opvoeden', waardoor we met diverse opvoeders structureel samenkomen, kennis en expertise uitwisselen en onze handen ineen slaan om te werken aan een positief pedagogisch klimaat in Oost.
Ook dit jaar hebben we een mooi programma samengesteld met een conferentie reeks en diverse andere activiteiten, trainingen en inspiratie. Kom daarom naar de kick-off en doe mee!
Tijdens deze kick-off richten we ons op de toekomst, waar willen we eigenlijk samen heen en hoe kunnen we bijdragen aan de gewenste toekomst voor onze kinderen? Met wie doen we dat eigenlijk allemaal samen? En welke hobbels liggen er op de weg? Over deze hobbels gaan we in de volgende conferenties in gesprek. Om van elkaar te leren, om elkaar te inspireren en vooral om samen met de kinderen in Oost op pad te gaan. De toekomst begint op 27 februari.
Ben je er ook bij? Schrijf je in!
Let op: de tickets zijn gratis, maar je deelname is dan wel definitief ivm de gemaakte kosten.